Korte samenvatting

  • Functies zijn als het ware zelfgemaakte blokken code die een bepaalde functie hebben en een gepaste naam.
  • Als je een functie hebt gemaakt, moet je deze nog wel aanroepen om ervoor te zorgen dat deze daadwerkelijk wordt uitgevoerd.
  • Buiten een functie kunnen variabelen binnen een functie niet worden bereikt. Om ervoor te zorgen dat er wel waarden kunnen worden doorgegeven van binnen naar buiten de functie, kun je een bepaalde waarde binnen de functie terug te geven, door middel van return. De teruggegeven waarde zou je buiten de functie kunnen opslaan in een variabele.

Broncode

# Variabele voor het berekende gemiddelde
gemiddelde = 0

# De behaalde cijfers zijn opgeslagen in een array
behaaldeCijfers = [2.4, 5.5, 9.3, 8.4, 6.3, 10.0, 7.0]

# De introductie van het programma
def introduceerProgramma():
    print("In dit programma wordt het geiddelde van klas 2B berekend.\n")

# Het berekenen van het gemiddelde
def berekenGemiddelde():
    somVanCijfers = 0
	
    # De som van alle cijfers wordt efficient berekend
    for cijfer in behaaldeCijfers:
        somVanCijfers += cijfer

    # Het gemiddelde cijfer wordt berekend
    berekendeGemiddelde = somVanCijfers / len(behaaldeCijfers)

    # Het berekende gemiddelde wordt teruggegeven
    return berekendeGemiddelde

# Het kiezen van de juiste output
def kiesJuisteOutput():
    if gemiddelde >= 7.0:
	print("Super, de toets is goed gemaakt! Het gemiddelde is een", gemiddelde)
    elif gemiddelde >= 6.0:
	print("De toets is best aardig gemaakt. Het gemiddelde is een", gemiddelde)
    else:
	print("Helaas, de toets is slecht gemaakt. Het gemiddelde is een", gemiddelde)
		
# De functies worden aangeroepen
introduceerProgramma()

gemiddelde = berekenGemiddelde()

kiesJuisteOutput()